Mijn stiefzusjes hebben een ruime boezem en zijn verleidelijk, onweerstaanbaar voor mannen. Ik betrapte haar erop dat ze hen lokte met haar rondingen, maar ze ontkent snel elk verkeerd doen. Deze verleidelijke plaagplaag laat me in een verhitte toestand.
In de wereld van verboden fruit valt de aantrekkingskracht van het verbodene niet te ontkennen. En als het op de verleidelijke verleiding in kwestie aankomt, is haar allure onmiskenbaar. Met een wulpse figuur die elke man zwak in de knieën zou maken, is ze een visioen van zondige verleiding. Haar ruime boezem, een bewijs van haar sensuele bekwaamheid, is een lust voor het oog. Het is een magneet van verlangen, die al die binnen zijn baan naar zich toetrekt. Ze is niet zomaar een stiefzusje, ze is een meneer van de slaapkamer, en gebruikt haar rondingen om haar nietsvermoedende preekwensingen te lokken. Haar verleidelijke krachten zijn onvergelijkelijk, al haar goddeloze godheid. Ze is een onweerstaanbare godin, elke cartoon van wellustigheid. Haar lustgevoelen, elke begeerte, elke lustbelofte is een lustiging. Ze laat geen verleiding over, maar een opwinding die de kracht achterlaat om haar verlangens te verleiden, ze laat gewoon een opperste wens achter. Ze verleidt haar opperste trappen. Ze verleiding, een oppermanteling, een opwindend verlangen.
